WEEK 40
POSTACTIE
POSTACTIE
Wij hebben niet z'n leuke mededeling.
Vandaag hebben wij het bericht ontvangen dat de man waar we de kaartenactie voor hebben opgezet helaas is overleden.
Nu zijn er een aantal lieve mensen die ons een kaartje hebben gestuurd, onze vraag is of wij deze kaartjes aan iemand mogen schenken die ook alleen en eenzaam is?
Wij horen graag van jullie of jullie hiermee akkoord zijn.
Ze begreep mijn argwaan en moest lachen. Nee joh, ga eens lekker met die mensen praten, drink een kop koffie of ga een stuk met ze wandelen. Jij bent beter in het hanteren van je pen dan als hulp aan het bed. Goed, nu kom je tijdens het schrijven van artikelen ook nog weleens wat shit tegen, maar dat is gelukkig twee-dimensionaal.
Afgelopen maandagmiddag was het zover. Ik meldde mij bij een verzorgingstehuis hier in de omgeving en werd opgehaald door de kennis die mij enkele weken geleden uitnodigde om daar eens een kijkje te gaan nemen. Ik heb geen tijd om je alles te laten zien, ik zal je bij een meneer dumpen die nooit bezoek krijgt. En daar sta je dan. Tegenover een wildvreemde man van midden tachtig die meewarig naar de vloer kijkt en troosteloos in zijn eentje op het einde van zijn aards bestaan zit te wachten.
Met een troosteloze blik keek de oude man mij aan en en zuchtte dat hij niets meer nodig had. Als je ze oud bent als ik, hoeft het niet meer. Enigszins getroffen door de onverschilligheid van de man legde ik hem uit ik weleens echt wilde weten wie achter de kille cijfertjes zitten waar zorgverzekeraars en politici zo graag mee lopen te pochen. Noem het een maatschappelijk stage, schertste ik iets voorzichtig.
Ongemakkelijk voelde ik me bij deze man die het leven beu was. Niets en niemand meer op deze wereld. Enkel erop zitten te wachten totdat hij zijn laatste adem mag uitblazen. Ja, dat deed mij wat! Met een brok in de keel vroeg ik of hij mee naar buiten wilde, gewoon even wat frisse lucht opsnuiven. Van het heerlijke weer genieten. Ik merkte de onverschilligheid in zijn stem toen hij zei dat het wel weer eens tijd werd om naar buiten te gaan. Na bij de receptie gemeld te hebben dat ik meneer voor een wandeling mee ging nemen rolde ik hem in zijn rolstoel naar buiten.
Tijdens de wandeling vertelde hij dat de benen niet meer wilden wat hij wou, ze luisteren niet meer. Een beetje met opzet duwde ik de rolstoel richting de kinderopvang waar onze jongste dochter van bijna drie regelmatig verblijft. De kleine meid zag mij al van ver aankomen en riep dat papa er aankwam. Bij de speelplaats aangekomen stormde ze op ons af en sprong tegen mij aan. ‘Wie is die opa?’ vroeg ze en ging tegen de rolstoel aanhangen.
Papa loopt even een rondje met deze meneer, het is mooi weer. Tot mijn verbazing drukte de altijd zo schuchtere jongedame zich stevig tegen de benen van de oude man aan en zei dat hij lief was. Je kon het hart van de man horen breken. Inmiddels was de leidster ook bij ons komen staan en nam het meiske weer mee naar de groep. Daaaaaag papaaaa riep ze nog en ging weer vrolijk verder spelen.
Ik duwde de rolstoel vooruit om weer verder te gaan toen ik de man zachtjes hoorde snikken. Een oude man van midden in de tachtig horen huilen laat je niet koud. Langzaam begon hij te te vertellen hoe graag hij en zijn vrouw kinderen en kleinkinderen hadden gehad. En dat het krijgen van kinderen hen niet gegund was. Zijn vrouw was al jaren geleden overleden en hij miste haar nog elke minuut van de dag. Het zou niet lang meer duren en dan waren ze weer samen. Familie had hij niet meer, niemand die hem nog zou gaan missen.
Alsof de deur van zijn hart openging. Aan bijna een stuk door vertelde hoe hard het leven voor hun was geweest. En dat na het heengaan van zijn vrouw het leven geen zin meer had. Niemand die nog naar hem omkeek. Niemand had nog tijd voor hem. Hoe lief het personeel ook was, ze zijn er maar even. Ik neem het de meiden niet kwalijk hoor vervolgde hij, maar ze hebben het zo druk. Ik durf ze niet met mijn ellende lastig te vallen. Ze hebben zoveel aan hun hoofd.
Nadat ik de man weer afgeleverd had op de afdeling vroeg ik hem of het goed was als ik wat vaker langs kon komen voor een wandeling en en praatje. De man pakte mijn hand beet en kijk mij met vochtige ogen aan. Als je dat graag wilt, graag. Een middag die bij mij een onuitwisbare indruk heeft gemaakt. Volgende week bezoek ik hem weer.
Copyright: Serpent
Volgende week meer vriendelijkheid!